In 2001 verruilde Citroën de messcherpe lijnen van de Xantia en XM voor de weinig fijnzinnige bollingen van hun gezamenlijke opvolger, de C5. Een auto die, zijn ingenieuze nieuwe veersysteem ten spijt, bepaald geen zachte landing maakte.
Citroëns zijn gewoonlijk geen hapklare brokken. Gelukkig maar, want auto’s die bij iedereen in de smaak moeten vallen waren en zijn er al genoeg. In de jaren 90 ging het wat dit betreft een beetje de Âverkeerde kant op met Citroën. Onder aanvoering van PSA-topman Jacques Calvet dreigde Âhet merk een slap aftreksel van Peugeot te worden. Maar er was hoop, in de vorm van de Xsara ÂPicasso, die in zijn eentje bewees dat Citroën op eigen kracht toch best een heerlijk verfrissend Âmodel kon bouwen. Juist toen die goede sfeer er lekker in zat, verscheen op de autosalon van Parijs van 2000 het geheel nieuwe topmodel C5, opvolger van zowel de elegante Xantia als de bekroonde XM. Maar …
