Met het prachtige weer van vandaag dromen we even weg bij de dubbeltest die we in AutoWeek 25 van 1992 aantreffen. Toen zetten we een Mercedes-Benz 500 SL naast een open Chevrolet Corvette om eens te ontdekken of de Amerikanen er een serieus alternatief mee in hun aanbod hadden. Het waren in ieder geval allebei beresterke cabriolets, maar wel met een wat andere insteek. De 500 SL was snel, maar toch wat meer op comfortabel rijden gericht dan de Corvette. Qua uiterlijk was het helemaal water en vuur. De SL was eigentijds vormgegeven, al was het onder meer vanwege zijn forse overhangen zeker niet de meest gewaardeerde SL ooit. De Corvette volgde nog duidelijk het lijnenspel van zijn voorgangers en maakte ook door zijn klapkoplampen een wat verouderde indruk.
De Mercedes-Benz was niet alleen door zijn uiterlijk een wat meer verfijnde auto om te zien. Zo trof je in het interieur een mooi afgewerkt dashboard dat een vrij zakelijke maar nette indruk maakte. In de Corvette was het qua vormgeving allemaal wat sportiever, alleen werd je hier begroet door hardere plastics en een wat minder ergonomische indeling. Bovendien kon je tevergeefs zoeken naar een knop om het dak in of uit te klappen. Dat moest met de hand. In de SL kon dat wel elektrisch. Volgens de redacteur van dienst hadden de Corvette en de SL één ding gemeen en dat was dat er soms wat discutabel volk in reed: "Kun je er niet tegen dat mensen je in de Corvette nastaren, soms met een blik van 'daar heb je weer zo'n pooier', begin dan niet aan deze auto. Dat imago kleeft aan deze dure en opvallende Amerikaan helaas nog steeds. Onterecht, want tegenwoordig vind je dit type lieden ook wel achter het stuur van een SL." Maar ach, jíj reed 'm en het ging natuurlijk vooral om die ervaring. In de Corvette zorgde alleen de motor al voor een ervaring om niet snel te vergeten: "Onder de reusachtige kap huist al jaren een V8, die helemaal volgens Amerikaanse traditie een diepe, volle bas ten gehore brengt. Een adrenalinepomp van grote klasse." Iets waar de Mercedes met zijn V8 niet aan kon tippen: "Weliswaar zorgt hier ook een achtcilinder voor snelle voortbeweging, maar hij houdt zich sterk op de achtergrond."
Qua stuurgedrag was er – opnieuw – een groot gat tussen de twee te bemerken: "De SL beweegt zich indien gewenst snel van A naar B, maar je merkt er nauwelijks iets van. Hij straalt één en al rust uit en raakt nergens van onder de indruk." Bij de Corvette voelde je duidelijk een meer sportieve insteek: "Wie het rechter pedaal wat dieper intrapt, merkt dat hij in een echte sportwagen zit. 308 paardenkrachten en 454 newtonmeters spelen alsof het niets is met de 'plastic' Corvette. Elke tik op het gaspedaal beantwoordt de Corvette met een katachtige sprong voorwaarts." Kortom, de Mercedes was beduidend verfijnder en een wat 'veiligere' keuze, maar dat had ook een prijskaartje. "Voor de prijs van één Mercedes 500 SL kun je haast twee dichte Chevrolet Corvette's kopen. En dat is bepaald geen grap. De SL kost fl. 283.950, terwijl je de Corvette voor 'slechts' fl. 171.800 mag meenemen." De Corvette was dus een razend interessante aanbieding voor als het minder moest kosten en je op zoek was naar een cabriolet die je wat meer een adrenalinestoot zou bezorgen. Of er uiteindelijk echt mensen tussen deze twee hebben getwijfeld, waagden we toen al wel te betwijfelen: "Desondanks zal de SL-fan geen moment overwegen om eens bij de Chevrolet-dealer te gaan neuzen. Dan zal nog eerder de paus de pil vrijgeven. Eigenlijk jammer, want de Corvette is voor dat geld best aantrekkelijk."
