‘Speciaal voor de shoot heb ik er nog vijfspaaks 17-inch Rota Sub Zero-wielen onder laten zetten. Die mysterieuze grille zat er al in”, roept John met gepaste trots als hij aan komt rijden. Bedankt, John! We hadden graag een volledig originele auto op de foto gezet. Maar deze Subaru Forester 2.5 XT automaat is verre van origineel, al bevinden de meeste aanpassingen zich onderhuids. “En ze zaten er allemaal al op”, verdedigt John zich. “De vorige eigenaar was overijverig en had diepe zakken.” Ook John raakte door zijn vader in ban van Subaru
John is dankzij zijn vader aan de Subaru geraakt. “Ik kom uit een gezin van auto- liefhebbers. Mijn vader reed altijd bijzondere auto’s, was gek van MG’s. Tot hij een caravan kocht waarvoor hij een geschikte trekauto zocht, een hoogzitter, maar wel een met behoorlijke rijkwaliteiten, interessante techniek en een leuk uiterlijk. Zo stuitte hij op de Forester. Hij kocht een nieuwe uit de gefacelifte eerste generatie, SF voor intimi. In de loop der jaren bleek hoe goed die auto was. Uitstekende rijeigenschappen, een heerlijk klinkende boxermotor, 4WD en als bonus extreem lage onderhoudskosten dankzij de spreekwoordelijke betrouwbaarheid. Natuurlijk loopt hij niet zuinig, dat kan ook niet anders met permanente vierwielaandrijving.” Omgeschoolde ICT'er
In die tijd rijdt John als vrachtwagenchauffeur op internationaal transport, privé rijdt hij met een Volkswagen Transporter T4 met dubbele cabine. Een handige auto vooral, maar niet bijster speciaal of comfortabel. “Door mijn werk was ik veel weg van huis en had ik ook helemaal niet de behoefte om een afwijkende auto te bezitten. Dat veranderde toen ik van baan wisselde . Ik heb me omgeschoold tot ICT’er en vond een baan in de buurt. Sindsdien bedraagt mijn reistijd twee keer 25 minuten per dag. Dat opende perspectieven dus het bloed kroop waar het niet kon gaan”, aldus John.
John dacht eerst aan Impreza WRX
Intussen werd vader Broek steeds lyrischer over zijn Forester en dat wakkerde Johns enthousiasme voor het merk Subaru aan. Hij besloot er ook een te proberen, al duurde dat nog jaren. “In eerste instantie dacht ik aan een Impreza en dan natuurlijk een WRX, uit begin jaren 2000. Maar die modellen staan niet te boek als superdegelijk en roestresistent. Bovendien, doordat de meeste inmiddels door jongeren aan gort zijn gereden, zijn ze bovengemiddeld duur en momenteel zelfs praktisch onbetaalbaar.” Forester uit SF-reeks
Voor de Forester gold dat niet, legt John uit, en al helemaal niet voor de versie zonder turbo. Iedereen die een Forester ambieert, wil namelijk een Turbo en dat drukt de prijzen van gewone uitvoeringen. In 2009 maakte John de overstap van zijn T4 naar een blauwe Forester uit de SF-reeks. “Hij had pas 125.000 kilometer op de teller dus ik had het gevoel dat ik er lang mee zou kunnen doen”, zegt hij. “En inderdaad, de auto blinkt uit in afwerking, gebruikte materialen en een goede zit. Pas drie jaar geleden heb ik hem met 200.000 kilometer ingeruild op deze Forester 2.5 XT uit 2007. Die stond vers geïmporteerd uit Madrid bij Subaru-specialist Van Steenvoorden in Velp.” Het boxerhart. Origineel 230 pk en 320 Nm, maar let op: een SPT-turbo en een sterkere radiateur van Mishimoto om al het geweld beter te koelen. Omdat hij wat meer motorvermogen wilde, zijn Forester de twee ton aantikte en deze XT Turbo zich aandiende kon John de verleiding niet weerstaan. “Zeker zoals deze erbij stond. Zo fris en in een mooie kleurstelling. En bovendien had hij maar 125.000 kilometer gelopen. Alles gedocumenteerd. De tweede generatie is nog mooier afgewerkt en rijdt nog beter. Helemaal als XT. Het is altijd weer een kick als de turbo er in komt. Het is een relatief lichte auto met ruim 300 newtonmeter koppel. Dus dat wil wel”, grijnst John.
Hoe goed ook, rijdt een Subaru netjes warm
Dat het accelereren ten koste gaat van het verbruik neemt hij op de koop toe. “Een smile op mijn gezicht is me heel wat waard. Zeker in deze rare tijden. Maar eerst geef ik de techniek de tijd om op bedrijfstemperatuur te komen. Ik houd immers van techniek, maar ben me bewust van de kwetsbaarheid in koude toestand. Dat geldt onverminderd voor een Subaru, hoe goed die ook is gebouwd.”
De eerste eigenaar moet een enorme liefhebber zijn geweest gezien de lange lijst met onderhoud en aanpassingen. Zo bestelde hij een bijzondere kleurcombinatie: antracietmetallic gecombineerd met een beige, leren interieur. Bovendien een zonnedak – heel exclusief in Spanje – en een automatische versnellingsbak. “Die is in Spanje nog exclusiever, want Spanjaarden houden van zelf schakelen”, vertelt John.
Forester 2.5 XT met handbak geliefder maar duurder
De handbak is op dit model sowieso meer geliefd, maar dat maakt hem tweedehands een stuk duurder. John: “In de loop der jaren heeft de eerste eigenaar een afneembare trekhaak laten monteren en de achterste zijruiten laten blinderen. Dit om zijn kinderen uit het UV-licht te houden. Maar bovenal heeft hij geïnvesteerd in de techniek. Zo liet hij een zwaardere Mishimoto-radiateur installeren, een SPT (Subaru Performance Tuning)-turbocompressor, een GRIMM-Speed-hoofdremcilinder en een Tein-onderstel. Die aanpassingen waren zeer welkom tijdens de ritten door de bergen in het achterland van Madrid. Het frappante is dat er aan de onderzijde geen spoor van vuiligheid of roest was te vinden. Kennelijk maakte hij hem na elke rit zelfs van onderen weer brandschoon.”
Gezien de staat van de auto, het onderhoud, de aanpassingen, de kilometerstand en het feit dat het een 2.5 XT is, vond John de prijs best meevallen. “En beter duur dan niet te koop. Of een afgetrapte kopen voor de helft van het geld. Maar ze zijn er niet in deze staat. Ik ben er zuinig op, al geef ik toe dat hij toe is aan een uitgebreide poetsbeurt.”
Zoon Dennis neemt vader mee naar JapFest
Zoon Dennis heeft een Impreza WRX Hatchback en stimuleert zijn vader zoveel mogelijk. “Ik neem hem mee naar activiteiten zoals het JapFest in november, en we rijden een enkele keer een clubrit.” Hoezeer vader John zijn Forester ook koestert, hij is er in de eerste plaats als gebruiksauto. “Hij staat ook ’s winters buiten, ik heb helaas geen garage. Bovendien rijd ik dagelijks van Maarssen naar Soesterberg en vice versa. Ofwel, hij is er ook voor de woon-werkrit.”
