Deze recordauto's van Opel en Peugeot moesten consument overtuigen van diesel

Deze recordauto's van Opel en Peugeot moesten consument overtuigen van diesel

Peugeot is een van de eerste autofabrikanten die een dieselmotor levert. Al in 1958 is de 403 verkrijgbaar met een dieselmotor van Indenor, Peugeots eigen motorenfabriek. In 1960 verschijnt de Peugeot 404 en in 1964 wordt deze leverbaar met een 1,9 liter dieselmotor van Indenor. In die tijd zijn er maar weinig diesels op de markt, Mercedes-Benz heeft de markt grotendeels voor zich alleen.
Enorme hoeveelheid dieselbrandstof over
Intussen gebeurt er nog iets anders in Frankrijk. Onder leiding van de president De Gaulle begint het land kerncentrales te bouwen. Deze lossen de oude centrales af, waar generatoren op dieselolie draaiden. Er blijft dus een enorme hoeveelheid dieselbrandstof over en de autofabrikanten kunnen daar gebruik van maken.
Peugeot 404 Coupé is eenzitter
Nu is diesel nog niet echt geaccepteerd als brandstof voor personenauto’s, maar daar wil Peugeot iets aan doen. Om het imago van de dieselmotor te verbeteren en te laten zien dat ook een diesel in staat is om te presteren, wordt er een Peugeot-recordauto gebouwd. Een 404 coupé wordt omgebouwd tot eenzitter; de coureur krijgt een klein stalen koepeltje over zich heen. In juni 1965 rijden zeven coureurs met deze auto op het circuit van Monthléry 5.000 kilometer aan één stuk met een 2.163 cc Indenor viercilinder dieselmotor. De Peugeot haalt hierbij een gemiddelde snelheid van 159,3 km/h. De Peugeot 404 coupé werd omgebouwd tot eenzitter. Een maand later komt Peugeot terug naar Monthléry met dezelfde recordwagen, maar nu met een dieselmotor van 1.948 cc, gebaseerd op de XD88-motor zoals die in de 404 wordt geleverd. Die auto maakt in 72 uur 11.000 kilometer over het circuit met een gemiddelde snelheid van 160 km/h.
Het schijnt dat Peugeot met deze twee ritten in totaal meer dan 40 records voor dieselauto’s heeft gebroken met betrekking tot verbruik, topsnelheid, gemiddelde snelheid en snelheidsduur.
Al die records zijn intussen natuurlijk allemaal vergeten, maar de auto is er nog wel en staat in het Musée de l'Aventure Peugeot in Sochaux.
De Opel GT is bijna niet meer als zodanig herkenbaar.
Opels record met de auto op basis van de GT
Een soortgelijke actie als bij Peugeot zien we ook bij Opel. Begin jaren 70 is er een serieuze oliecrisis en plotseling wordt het brandstofverbruik van een auto heel belangrijk. Opel wil een dieselversie van de Rekord op de markt brengen. Om dat feit luister bij te zetten, wordt er een recordauto ontwikkeld. Met een c, deze keer. Zoals Peugeot zijn recordauto bouwde op basis van de 404 Coupé, zo bouwt Opel een recordwagen op basis van de GT.
10.000 kilometer in 52 uur
Net als bij de Peugeot gaat het hele dak eraf en is er alleen een koepeltje voor de coureur. De 2,1-liter viercilinder dieselmotor levert dankzij toepassing van een turbo 95 pk. Zes coureurs, onder wie de voormalige Belgische Formule 1-coureur Paul Frère, rijden bij toerbeurt van 1 tot en met 3 juni 1972 op Opels testcircuit Dudenhofen. In 52 uur rijdt de gestroomlijnde Opel 10.000 kilometer. De hoogst gemeten snelheid is 197 km/h, gemiddeld rijdt de auto 190 km/h en er worden 18 officiële records gebroken. De Diesel GT fungeert als wegbereider voor de Opel Rekord D (nee, niet de D van diesel) 2100 D, die in september 1972 op de markt komt.

Bron: Autoweek