Misschien kennen sommige lezers Roel van zijn onlangs verschenen boek ‘Canal Classics’ met foto’s van geparkeerde klassiekers in zijn woonplaats Amsterdam. Het typeert de voorliefde van Roel voor auto’s uit vervlogen tijden en dat is dan ook de reden waarom hij vrijwel altijd gewapend met zijn camera de deur uitgaat. “Ik weet inmiddels zo ongeveer elke klassieker te staan in een groot deel van de stad, maar zo nu en dan kom ik toch weer een onbekende tegen. Soms van een nieuwe bewoner, soms van een bezoeker. Maar helaas is het een uitstervend soort in Amsterdam, vanwege de milieuregels. Hoewel ik er niets op tegen heb dat de oude diesels geweerd worden en dan met name de vele bestelauto’s.” Roel heeft door de decennia heen van alles gereden, erkent hij. “Al voordat ik mijn rijbewijs had, stond er een Peugeot 104 voor de deur. Daarmee liep het niet zo goed af, ik reed hem in puin.” Andere Franse auto’s waren de Citroën 2CV, de DS en een Renault 16. De DS was een 23 injectie met een semi-automaat. Roel: “Aan de ene kant was het een perfecte en prachtige auto, maar die transmissie vond ik verschrikkelijk. De garage waar ik de DS in onderhoud had, had er belangstelling voor omdat hij een goed chassis nodig had voor de restauratie van een ander exemplaar. Daarmee eindigde voor mij het hoofdstuk DS en heel soms mis ik hem nog wel.” Gelukkig weet de Berlina dat ruimschoots te compenseren. De vraag die hij vaak krijgt: waarom heb je geen Giulia gekocht? “Die vraag snap ik wel, die zie je vaker en het is een mooie auto. De Berlina is minder bekend. Nadat ik een 2000 had bekeken die zwaar tegenviel, kwam ik bij deze 1750 terecht. Ik was op slag verliefd. Het is een sjieke en tegelijkertijd sportieve auto en na de gele Fiat 124 Coupé een heel serieuze. Ik ben de tweede eigenaar in Nederland.”
Aanpassingen aan het onderstel
We begrijpen goed dat Roel voor de 1750 viel. Het is de eerste serie van de Berlina en met name het front is nét iets eleganter en fijner van snit. De Alfa is niet gekocht om louter te poetsen, stallen en zo nu en dan te gebruiken. Nee, het grootste deel van het jaar is het de dagelijkse auto voor Roel, die in de wintermaanden met een Twingo uit 2004 rijdt. Als er geen pekel ligt pakt hij af en toe de Italiaanse sedan, om de motor soepel te houden. “Ik wil er vooral zo veel mogelijk van genieten en dat doe je met de Berlina elke rit. Dat begint al wanneer ik naar de auto loop en na het instappen, starten en sturen weet ik weer waarom ik zo graag met een klassieker onderweg ben. Het geluid, het gevoel, de manier waarop de auto met je communiceert; dat ga je in een moderne, perfecte auto niet vinden.” Door die liefde, leer je leven met de imperfecties, meent Roel. Hoewel, zo zou hij het niet eens willen noemen. “Wat ik bedoel, is dat een auto als deze niet het gemak, comfort en de stilte biedt van een nieuwe. Toch hadden we een fantastische reis door Frankrijk deze zomer, ondanks de hitte. Alleen maar binnenwegen en met een snelheid van rond de 90 km/h genieten van het landschap en de techniek.” Roel noemt daarbij elke bocht een traktatie. Alle ramen een stukje open en achter zijn rug een soort gevlochten rekje dat voor een klein beetje verkoeling zorgt. Zo plak je niet vast aan de stoel. Dat hij zo fijn stuurt, komt volgens Roel door de aanpassingen aan het onderstel die hij door de jaren heen heeft laten doen. “Meteen na aankoop kwam er Bilstein-schokdempers onder. Ik had ineens een nieuwe auto!” Een tijdje later kwam er een dikkere stabilisatorstang onder. Volgens Roel betekende dat alweer een wereld van verschil. Nog niet zo lang geleden liet hij de voorkant iets verlagen en is het weggedrag volgens de eigenaar nóg weer verbeterd, zonder dat het comfort er op achteruit ging. “Het is nu wel extra goed oppassen met verkeerdrempels, gezien het enorme oliecarter.”
Motorrevisie
Als we samen met Roel alle details van de donkerblauwe Berlina langsgaan, valt ons oog op een sticker aan de binnenkant van het kofferdeksel. Die had hij zelf nog niet ontdekt en het roept een heel bijzondere herinnering op. Naast het feit dat het de Alfa de kleur ‘Blue Olandese’ draagt, lezen we dat de lak van de firma Sikkens komt. “Mijn vader werkte vroeger bij Sikkens in Sassenheim. Op weg naar school fietste ik langs de fabriek. Dit detail maakt de auto extra bijzonder voor mij. De merklogo’s in de buitenspiegels ontdekte ik ook pas een jaar na aanschaf. Ze vallen nauwelijks op.” De originele, stalen wielen heeft hij vervangen voor de set die er nu onder zit en eerder dit jaar tikte hij de verstralers van Carello op de kop. “De motor loopt nu mooier dan ooit, na een complete revisie. De ketting rammelde. Na een kleine tweehonderdduizend kilometer is dat niet zo vreemd. Die operatie en de rest van het onderhoud laat ik over aan dezelfde garage, de bekende Alfa Romeo specialist Van Neerijnen in Utrecht.” Dat er goed voor de Alfa wordt gezorgd, heeft Klokje Rond-techneut Dennis Koldewijn na de proefrit feilloos in de gaten en dat wordt bevestigd als we de techniek onder de loep nemen en het onderstel van dichtbij bestuderen. Voor een klassieker van meer dan vijftig jaar oud die dagelijks wordt gebruikt, is de staat opmerkelijk goed. “Ik kan goed begrijpen dat Roel graag achter het stuur zit. De Berlina is wat comfortabeler dan de Giulia, maar nog altijd voldoende sportief”, luidt zijn oordeel. Roel kan tevreden zijn, na het oordeel van de vakman. “De Berlina is door de jaren heen geliefder geworden en zit op hetzelfde prijsniveau als de Giulia. Ik kan wel zeggen dat het de fijnste auto is dit ik tot nu heb gereden, dus hij blijft nog heel lang.”
Geschiedenis
In de klassiekerwereld staat de Berlina eigenlijk altijd in de schaduw van de Giulia, de 1750 GTV en de Spider. Toegegeven, met name de Giulia GT Bertone is van ongekende schoonheid, maar ook de vierdeurs Giulia is nog altijd al een zeer aantrekkelijke sedan. Maar voor Alfa Romeo is het midden jaren 60 de hoogste tijd om met een opvolger van de oudere 2000 en 2600 Berlina op de proppen te komen. Als basis dient de Giulia, waarvan de wielbasis met zes centimeter wordt verlengd. De koets zelf is 23 centimeter langer, terwijl de breedte, hoogte en spoorbreedte identiek zijn, wat de Berlina tot een ranke verschijning maakt. Het zal je dan ook niet verbazen dat de Giulia en de Berlina exact dezelfde voorruit hebben. Maar de motor delen ze niet. Voor de aandrijving zorgt een 1,8-liter viercilinder, die eerder zijn debuut maakte in de 1750 Spider en 1750 GTV. Inderdaad, de motor heeft de aanduiding 1750, waarmee het merk verwijst naar de beroemde, vooroorlogse 6C 1750. Zelfs van de laatste Giulietta is er in 2010 de 1750 TBi. De 1750 Berlina maakt in 1968 zijn debuut en kijken we naar de concurrenten in het bouwjaar van de Alfa van Roel, dan zie we voor deze prijs de BMW 1800, de Audi 100 en zelfs modellen met een zescilindermotor, zoals de Triumph 2000 en de Opel Commodore. Een Lancia Flavia 1800 was bijna drieduizend gulden duurder. Vanaf midden 1971 krijgt de Berlina een opfrisbeurtje en gaat vanaf dan als 2000 door het leven, met een grotere motor, een ander front (de vier koplampen hebben hetzelfde formaat en de grille is zwart) en een gemoderniseerd dashboard. In 1972 krijgt de Berlina gezelschap van de modernere Alfetta (met dezelfde 1.779 cc viercilinder, die nu wel 1800 heet) en pas in 1977 stopt de productie, waarbij de teller blijft steken op zo’n 192.000 stuks.
De mening van Carrec Technocenter
“Een fijne auto deze Alfa, de motor loopt goed, de bak schakelt goed, de remmen doen het goed en het onderstel voelt goed. Dit alles zorgt ervoor dat je met plezier onderweg bent. De fijne viercilinder die ademt door twee goed functionerende, dubbele Weber carburateurs klinkt erg lekker waardoor de rijbeleving naar een nog iets hoger niveau stijgt. Een stadslicht dat niet werkt en een niet origineel gordelslot deren je dan niet en een klokje dat niet werkt geeft al helemaal niet. Wie denkt er aan de tijd als je met zo'n prachtige klassieker onderweg bent?”
